ChatGPT beroert de gemoederen: artificiële intelligentie is niet nieuw, maar nooit eerder kreeg het brede publiek een tool voorgeschoteld die zo goed is in het oprakelen van de gevraagde informatie en het genereren van – ogenschijnlijk – piekfijne teksten. Ook op redacties rijst daarom de vraag of het einde van de beroepsjournalist nabij is. Spoiler alert: nee, dat is niet het geval.
ChatGPT is een taalmodel van onderzoekslaboratorium OpenAI dat getraind werd op basis van een karrenvracht aan informatie en kan inspelen op allerhande vragen van gebruikers. Dat doet het door al die data op een goed geformuleerde (en volgens velen bijna menselijke) manier te reconstrueren. Of je nu uit bent op een lijstje met redenen, een opsomming van een aantal interessante topics, duiding bij een complexe thematiek of een gedicht over een bepaald onderwerp, geen verzoek lijkt het petje van ChatGPT te boven te gaan.
Maar zet deze nieuwe exponent van de razendsnelle ontwikkeling van AI de positie van professionele tekstschrijvers ook effectief op losse schroeven? Dat de eerder eenvoudige vormen van copywriting onder druk komen te staan, lijdt weinig twijfel. Doordat het ChatGPT evenwel ontbreekt aan de noodzakelijke journalistieke skills, hoeven beroepsjournalisten de software niet te vrezen. En dat weet ChatGPT zelf trouwens ook …
Het algoritme van ChatGPT werd in de ontwikkelingsfase gevoed door extreem veel data afkomstig uit allerlei bronnen. Door al die gegevens op een wiskundige manier te behandelen en op zoek te gaan naar patronen, kan de software de gewenste informatie razendsnel koppelen aan nieuwe vragen. Maar aangezien enkel bestaande data in rekening worden genomen, gaat het in se om niet meer dan deskresearch.
En zo raakt ChatGPT niet verder dan de absolute basis van de journalistieke praktijk, waar echte journalisten natuurlijk nog verschillende lagen aan toevoegen. Een journalist is namelijk méér dan een aggregator van informatie en speelt een belangrijke rol in de samenleving. Aan de hand van onderzoeksjournalistiek of door interviews af te nemen, diepen journalisten bijvoorbeeld nieuwe, essentiële inzichten op.
Omdat de publiek beschikbare versie van de software vandaag louter put uit de ‘ingeoefende’ datasets, vormt actuele informatie een duidelijk hiaat in de kennis van de tool. Al is het niet ondenkbaar dat ChatGPT straks wel degelijk rechtstreeks verbonden zal zijn met het internet.
Snel content verzamelen is een mooi startpunt, maar is al die informatie wel betrouwbaar? Waar journalisten steevast de nodige checks uitvoeren, stelt ChatGPT de bijeengeraapte data ongenuanceerd voor als objectieve materie. En dat terwijl teksten vaak een combinatie van feiten en meningen bevatten, of enkel gelden in een bepaalde context. Wie wat langer experimenteert met de tool, krijgt al gauw in de gaten dat de veredelde chatbot vaker de mist ingaat dan je op het eerste gezicht zou denken.
Nog een cruciale skill die de software niet beheerst, is het ethisch omgaan met bronnen en met informatie. Verder treedt ook een juridische kwestie op de voorgrond: wat met plagiaat? Behoren de auteursrechten toe aan het medium dat de tool gebruikt, aan ontwikkelaar OpenAI, of net aan de vele (onbekende?) bronnen op basis waarvan een tekst geconstrueerd werd? Het is uitkijken naar wettelijke kaders hieromtrent.
Hoewel ChatGPT heeft geleerd uit een veelheid aan content en bijgevolg bepaalde schrijftechnische trucjes kan recupereren, blijft het originaliteitsgehalte meestal beperkt. Dat is toch een lacune, want een creatieve toets kan de leeservaring gevoelig verbeteren en betekent vaak het verschil tussen een degelijke en een straffe tekst.
Creativiteit uit zich trouwens op meerdere manieren. Journalisten denken grondig na over de insteek van een artikel, werken doordacht een tekststructuur uit en proberen precies de juiste bouwstenen te selecteren om de lezer op passende wijze te informeren. Dat denkproces gaat nooit vooraf aan de output van ChatGPT.
Bij het schrijven van een tekst is het ten eerste belangrijk om rekening te houden met de gevoelens van het publiek. Brengt een onderwerp vreugde, of wekt het net angst of twijfel en dus de nood aan duidelijke antwoorden op? Ten tweede en bovenal voegen journalisten, in tegenstelling tot ChatGPT, daarnaast zélf ook een laagje sentiment toe.
En dat is onontbeerlijk. Niet in het minst omwille van hun maatschappelijke functie als informatiekanaal, moeten journalisten de juiste snaren zien te raken. Dat lukt soms met een droge tekst, maar regelmatig is het nodig om de lezer te ontroeren, gerust te stellen of aan het lachen te brengen. Mensen zijn gevoelige wezens, en ChatGPT mist de emotionele factor die daaraan moet beantwoorden.
Uit de vorige punten bleek al dat ChatGPT onvoldoende inspeelt op de wensen en noden van de lezer. Het publiek is bovendien divers en bestaat uit allerlei doelgroepen. Door de juiste vragen te stellen – altijd een belangrijk gegeven bij ChatGPT –, kan de software wel subtiele aanpassingen verrichten om een bepaald doelpubliek beter te bereiken, maar nooit op het niveau van de geoefende journalist.
Journalisten kennen hun lezers door en door. Ze weten precies welk onderwerp om meer complexe bewoordingen vraagt, en wanneer ze het best zo eenvoudig mogelijk houden. Ze kunnen hun teksten in exact de juiste stijl, met de gepaste tone-of-voice, naar de lezer brengen. Artificiële intelligentie kan vandaag al veel, maar zal nog heel wat trainingssessies nodig hebben om de journalistieke lat te halen. Als dat al lukt.
In 2016 schudde AlphaGo de wereld van Go, het oudste en misschien wel meest complexe bordspel ter wereld, flink door elkaar. Hoewel dat spel voor een groot deel om intuïtie draait, versloeg de AI-machine wereldkampioen Lee Sedol via een ongeziene, bovenmenselijke zet: move 37. Ontwikkelaar DeepMind was er via een techniek van deep reinforcement learning in geslaagd om artificiële intelligentie naar een menselijk niveau – en zelfs ver daarboven – te verheffen.
Dat ChatGPT straks even revolutionair zal blijken voor de journalistiek, lijkt weinig waarschijnlijk. Het taalmodel heeft geen kaas gegeten van allerlei broodnodige skills, en nieuwe informatie, laat staan bovenmenselijke inzichten, hoeven we er niet van te verwachten. Dat move 37 Sedol er tijdens die legendarische wedstrijd toe aanzette om zelf met een bijna even geniale move 78 uit te pakken, stemt anderzijds wel tot nadenken en toont aan dat journalisten het kind niet met het badwater mogen weggooien.
Want ook ons dialoogje met ChatGPT maakte het grote potentieel van de tool voor journalisten al duidelijk. De software en het bijhorende krachtige algoritme kunnen prima dienen als hulpmiddel, als nuttige assistent die voor inspiratie en efficiëntiewinsten kan zorgen. ChatGPT kan interessante thema’s opwerpen, een lijstje keywords creëren voor een SEO-artikel, helpen met de research voor en eventueel de uitwerking van een stuk. Maar het doorhakken van de knopen, dat zal steeds gebeuren door de onvervangbare journalisten.
Op zoek naar meer inspiratie of geweldige cases?
Blijf op de hoogte met onze nieuwsbrief!